In uw huisartsenpraktijk of huisartsenpost dient Arbobeleid ten aanzien van de omgang met gevaarlijke stoffen gevoerd te worden. Elke werkgever is verplicht preventief beschermende maatregelen te treffen, een beleid op te stellen en medewerkers voor te lichten over de risico's van de gevaarlijke stoffen waaraan ze worden blootgesteld. Om hier invulling aan te geven is een Risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E) noodzakelijk.
In de risico-inventarisatie worden, naast alle andere arbeidsrisico's die voorkomen in de organisatie, ook alle thema’s geïnventariseerd en de mate van risico vastgesteld. Voor het uitvoeren van deze inventarisatie zijn verschillende methoden beschikbaar. De risico-inventarisatie kan onderdeel uitmaken van een algemene RI&E of periodiek arbeidsgeneeskundig onderzoek. Aan de hand van de resultaten kan besloten worden om een diepgaand onderzoek uit te voeren. Aan de hand van de geïnventariseerde risico’s worden oplossingen gekozen. Geschikte oplossingen zijn te vinden in deze Arbocatalogus.
In het plan van aanpak bij de RI&E wordt aangegeven welke oplossingen en wanneer de oplossingen ingevoerd worden. Gebruik de oplossingen vanuit deze website voor het opstellen van uw plan van aanpak.
Kijk onder het thema Branche RI&E voor meer informatie over de uitvoering van de RI&E in uw praktijk of op uw post.
Het arbobeleid van de huisartsenpraktijk of huisartsenpost moet ook gericht zijn op de veilige omgang met gevaarlijke stoffen. De belangrijkste maatregelen zijn:
1. Voorlichting en onderrichting aan de medewerkers over de risico’s van de stoffen waar zij mee werken en de maatregelen die genomen zijn om de gezondheid te beschermen.
2. Inventarisatie van de risico’s van de stoffen, waarin is aangegeven welke medewerkers worden blootgesteld aan welke hoeveelheden stoffen (niveau, tijdsduur, mate van blootstelling) en waarin ook de gezondheidsaspecten van die stoffen zijn aangegeven.
De leverancier van producten met een gevaarssymbool is verplicht een veiligheidsinformatieblad (VIB) te leveren. Hierop is gedetailleerde informatie opgenomen, onder andere over risico’s voor de veiligheid en gezondheid.
3. De huisartsenpraktijk of huisartsenpost dient te registeren welke stoffen er gebruikt worden.
4. De werkplek is zodanig ontworpen en georganiseerd dat de blootstelling zo laag mogelijk is.
5. Bij het nemen van maatregelen om blootstelling te verlagen, is het verplicht de arbeidshygiënische strategie te volgen, het voorgeschreven stappenplan om de blootstelling te verlagen.
Dit houdt in dat maatregelen op een zo hoog mogelijk niveau genomen moeten worden. Pas als een maatregel van een bepaald niveau om technische, organisatorische of economische redenen niet mogelijk is, mag gekozen worden voor maatregelen van één niveau lager.
De maatregelen op volgorde van prioriteit zijn:
5.1 bronmaatregelen;
5.2 vrijkomen stof tegengaan of beperken;
5.3 collectieve maatregelen;
5.4 individuele maatregelen.
5.5 persoonlijke beschermingsmiddelen
6. Het aantal medewerkers dat wordt blootgesteld en de mate en duur van de blootstelling is zo laag mogelijk.
7. De grootst mogelijke zorgvuldigheid, ordelijkheid en zindelijkheid wordt in acht genomen.
8. De hoeveelheid gevaarlijke stoffen op de werkplekken wordt zoveel mogelijk beperkt.
9. Er zijn passende werkmethoden ingevoerd, met inbegrip van regelingen voor de veilige behandeling, opslag en vervoer op de werkplek van gevaarlijke stoffen en van afvalstoffen die gevaarlijke stoffen bevatten.
10. Op de verpakking van een gevaarlijke stof wordt opvallend en goed leesbaar de naam van de stof en een aanduiding van de aard van het gevaar of de gevaren vermeld.
11. Op plaatsen waar gevaarlijke stoffen zijn, wordt niet gerookt, gegeten, gedronken, geslapen of voedsel bewaard.