De Arbowet stelt eisen waaraan een gezonde en veilig werkomgeving moet voldoen. Deze eisen gelden ook voor de huisartsenpraktijk, huisartsenpost en gezondheidscentra. De Arbowet is een kaderwet, nadere uitwerking van deze wetgeving staan in het Arbobesluit en de Arboregeling.
Op de website van de overheid www.wetten.nl zijn de volledige teksten van de arbowet, het arbobesluit, de arboregeling en de arbeidstijdenwet te vinden.
Naast de verplichtingen die zijn beschreven in de Arbowetgeving zijn er op sommige punten ook nadere afspraken gemaakt in de cao. Op de website van de SSFH is de actuele versie van de cao Huisartsenzorg te vinden. Onderstaand worden de belangrijkste artikelen met betrekking tot het arbobeleid samengevat. Raadpleeg www.wetten.nl voor de volledige inhoud.
Arbowet
• Arbowet artikel 3 Arbobeleid
Aangegeven is dat er arbobeleid op een aantal specifiek genoemde onderwerpen gevoerd moet worden.
• Arbowet artikel 4 Aspecten van arbobeleid
Voor een werknemer met een structurele functionele beperking (handicap) moet de arbeidsplaats aangepast worden.
• Arbowet artikel 5 Inventarisatie en evaluatie van risico's
Het bedrijf moet een inventarisatie en –evaluatie van risico’s maken met bijbehorend plan van aanpak voor maatregelen ter bestrijding van de gesignaleerde risico’s.
• Arbowet artikel 8 Voorlichting en onderricht
De werknemers moeten voorlichting en onderricht krijgen over de risico’s van het werk en de genomen maatregelen.
• Arbowet artikel 9 Melding en registratie van arbeidsongevallen en beroepsziekten
Arbeidsongevallen en beroepsziekten moeten geregistreerd worden.
• Arbowet artikel 10 Voorkomen van gevaar voor derden
Maatregelen moeten genomen worden om gevaar voor derden (bezoekers, patiënten etc.) te voorkomen.
• Arbowet artikel 12 Samenwerking, overleg en bijzondere rechten van de ondernemingsraad, de personeelsvertegenwoordiging en de belanghebbende werknemers
Om goede arbeidsomstandigheden te bereiken moeten de werkgever en werknemers overleggen en samenwerken. Daarvoor heeft de ondernemingsraad, de personeelsvertegenwoordiging en/of de belanghebbende werknemers bijzondere rechten gekregen.
• Arbowet artikel 13 Bijstand deskundige werknemers op het gebied van preventie en bescherming
Elke onderneming dient een (interne) deskundige werknemer (de preventiemedewerker) aan te wijzen die taken uitvoert op het gebied van preventie en bescherming. Over de keuze van de persoon en de positie van de preventiemedewerker moet de werkgever overeenstemming hebben met de ondernemingsraad/PVT. Bij maximaal 25 medewerkers mag de werkgever ook zelf de rol van Preventiemedewerker uitvoeren.
• Arbowet artikel 14 Maatwerkregeling aanvullende deskundige bijstand bij specifieke taken op het gebied van preventie en bescherming
Elke onderneming moet tenminste een contract hebben voor ondersteuning door een bedrijfsarts voor arbeidsgezondheidskundig onderzoek, preventie en de begeleiding en re-integratie van zieke werknemers. Over de wijze van inrichting van Arbodienstverlening moet de werkgever overeenstemming hebben met de OR/PVT.
• Arbowet artikel 14a Vangnetregeling aanvullende deskundige bijstand op het gebied van preventie en bescherming
Als de onderneming geen maatwerkcontract voor ondersteuning door externe deskundigen heeft gesloten dan moet het een contract hebben met een gecertificeerde arbodienst.
• Arbowet artikel 15 Deskundige bijstand op het gebied van bedrijfshulpverlening
Elke onderneming moet regelen dat er deskundige bijstand op het gebied van bedrijfshulpverlening (BHV) in de onderneming beschikbaar is.
• Arbowet artikel 15 a Informatierechten deskundige werknemers en personen, bedrijfshulpverleners en arbodiensten
De Preventiemedewerker, de bedrijfshulpverlener en de externe deskundigen moeten samenwerken met werkgever en werknemers. Hiervoor moeten zij de beschikking hebben over relevante informatie. Ze hebben recht om informatie te vragen aan de preventiemedewerker, bedrijfshulpverleners en bedrijfsarts/Arbodienst.
• Arbowet artikel 18 Arbeidsgezondheidskundig onderzoek
Aan de werknemer dient de werkgever een arbeidsgezondheidskundig onderzoek aan te bieden, afhankelijk van het soort werk en de risico’s die daarbij kunnen optreden.
Arbobesluit (m.b.t. zwangerschap en borstvoeding)
• Arbobesluit artikel 1.40 Definitie
Richtlijn nr.92/85/EEG betreft maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van werknemers tijdens de zwangerschap, na de bevalling en tijdens de lactatie.
• Arbobesluit artikel 1.41 Risico-inventarisatie en –evaluatie.
In de RI&E wordt in het bijzonder aandacht besteed aan de niet-limitatieve lijst van agentia, procédés en arbeidsomstandigheden indien een zwangere werknemer of een werknemer tijdens de lactatie werkzaam is.
• Arbobesluit artikel 1.42 Organisatie van de arbeid
Arbeidsorganisatie en –plaats, productie- en werkmethode, en hulp- en beschermingsmiddelen zijn zo gekozen of ingericht dat de arbeid voor de zwangere werknemer of werknemer tijdens de lactatie geen gevaren met zich mee kan brengen voor haar veiligheid en gezondheid en geen terugslag kan veroorzaken op de zwangerschap of lactatie.
• Arbobesluit artikel 3.48 Rustruimten
Voor zwangere werknemers en werknemers tijdens de lactatie is een geschikte, af te sluiten besloten ruimte beschikbaar, waarin gelegenheid is of onmiddellijk kan worden gemaakt voor het nemen van rust. In een zodanige ruimte is een deugdelijk, al of niet opvouwbaar bed of een deugdelijke rustbank beschikbaar.
• Artikel 4.108 Blootstelling aan gevaarlijke stoffen
- Het is een zwangere werknemer en een werknemer tijdens de lactatie verboden arbeid te verrichten waarbij zij kunnen worden blootgesteld aan metallisch lood en zijn verbindingen.
- Het is een zwangere werknemer en een werknemer tijdens de lactatie verboden arbeid te verrichten waarbij zij kunnen worden blootgesteld aan gevaarlijke stoffen die de gezondheid van het ongeboren kind of de zuigeling schade kunnen toebrengen via een genotoxisch werkingsmechanisme en die via de moeder het ongeboren kind of de zuigeling kunnen bereiken.
Arbeidstijdenwet (m.b.t. zwangerschap en borstvoeding)
• Arbeidstijdenwet artikel 4:5 Arbeid en Zwangerschap
De arbeid van een zwangere werknemer wordt zodanig ingericht, dat rekening wordt gehouden met haar specifieke omstandigheden. Lid 2. De zwangere werknemer heeft het recht de arbeid af te wisselen met één of meer pauzes buiten die bedoeld in artikel 5:4 of de bij of krachtens artikel 5:12 voorgeschreven pauzes. Deze extra pauze onderscheidenlijk pauzes bedragen tezamen ten hoogste één achtste deel van de voor haar geldende arbeidstijd per dienst. De in de vorige volzin bedoelde pauzes gelden voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen als arbeidstijd.
• Arbeidstijdenwet Artikel 4:8
- Een vrouwelijke werknemer, die een borstkind voedt, heeft, indien zij de werkgever hiervan in kennis heeft gesteld, gedurende de eerste 9 levensmaanden van dat kind het recht de arbeid te onderbreken ten einde in de nodige rust en afzondering haar kind te zogen dan wel de borstvoeding te kolven. De werkgever biedt haar daartoe de gelegenheid en stelt, waar nodig, een geschikte af te sluiten besloten ruimte ter beschikking.
- De onderbrekingen, bedoeld in het eerste lid, vinden plaats zo vaak en zo lang als nodig is doch bedragen gezamenlijk ten hoogste een vierde van de arbeidstijd per dienst. De vaststelling van het tijdstip en de duur van de onderbrekingen vindt plaats door de betrokken vrouwelijke werknemer na overleg met de werkgever.
- De duur van de onderbrekingen, bedoeld in dit artikel, gelden voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen als arbeidstijd, waarover de vrouwelijke werknemer haar aanspraak op het naar tijdruimte vastgesteld loon behoudt.
- Elk beding waarbij ten nadele van de vrouwelijke werknemer wordt afgeweken van dit artikel, is nietig.
• Arbeidstijdenwet artikel 5:6 Arbeid op zondag
De werkgever organiseert de arbeid zodanig, dat een werknemer in elke periode van 52 aaneengesloten weken ten hoogste 140 malen arbeid verricht in een nachtdienst die eindigt na 02.00 uur, of 2 aaneengesloten weken ten hoogste 38 uren arbeid verricht tussen 00.00 uur en 06.00 uur.
• Arbeidstijdenwet artikel 5:8 Arbeid in Nachtdienst
Vanwege de risico's voor de veiligheid, de gezondheid en het welzijn van de werknemer bij het verrichten van nachtarbeid is de arbeidstijd in een nachtdienst maximaal 10 uren. In lid 3 wordt de mogelijkheid beschreven dat in langere nachtdiensten wordt gewerkt, tot ten hoogste 12 uren. Dat is ten hoogste 5 keer per periode van 14 maal 24 uren en ten hoogste 22 keer per periode van 52 weken toegestaan, zie "aantal nachtdiensten" onder 8. Aansluitend op die nachtdienst moet een onafgebroken rusttijd 12 uur zijn.
CAO Huisartsenzorg
Nachtdienst: met ingang van 1 januari 2016 is vanaf de leeftijd van 62 jaar voor de medewerker de verplichting tot het werken in nachtdiensten vervallen. Bij een stijging van AOW gerechtigde leeftijd blijft deze leeftijd 62 jaar. Werkgever en medewerker kunnen, indien de medewerker doorwerkt na het bereiken van de AOW gerechtigde leeftijd, afzien van deze bepaling.
Zie voor overige bepalingen de cao Huisartsenzorg.