Zwangeren

Zwangeren en borstvoeding

Oplossing status: Goedgekeurd door NLA - 01-10-2022

Beschrijving oplossing: 

Zwangere medewerkers en medewerkers die borstvoeding geven verdienen extra zorg, omdat er risico's zijn in verband met de zwaarte van het werk, de werktijden en risico’s door gevaarlijke stoffen, infectieziekten en biologische agentia.
De maatregelen die de werkgever in de huisartsenzorg verplicht moet nemen zijn:

  • inventariseren van de specifieke risico’s voor de zwangere en borstvoeding gevende medewerkers. Let daarbij o.a. op gevaarlijke stoffen (alcohol, cytostatica), infectieziektes, fysieke belasting, lawaai, trillingen (ultra-soon), straling (ook radio-actief jodium) en werkdruk;
  • voorlichting geven aan de zwangere en borstvoeding gevende medewerkers over de bijzondere risico’s en de benodigde maatregelen;
  • een rustruimte beschikbaar stellen, afsluitbaar en met mogelijkheid om liggend te rusten. Er zijn afspraken over de extra pauzes die de zwangere vrouw mag nemen(tot max. 1/8 deel van de werktijd);
  • een afsluitbare ruimte beschikbaar stellen, met geschikte voorzieningen (w.o. stopcontact, koelkast) voor de vrouw die borstvoeding geeft/kolft. Er zijn afspraken over de extra pauzes die de vrouw mag nemen om borstvoeding te geven of te kolven (tot maximaal 9 maanden na de bevalling en tot maximaal 1/4 deel van de werktijd van betreffende dienst). De medewerkster bepaalt de momenten en de duur van deze extra pauzes na overleg met de werkgever.
  • in het werk voldoende mogelijkheid bieden om staan en zitten af te wisselen, ten einde lang staan te voorkomen;
  • tillen door zwangere medewerkers voorkomen; als tillen onvermijdelijk is dan worden de volgende richtlijnen in acht genomen:
    • gedurende de gehele zwangerschap en drie maanden daarna: minder dan 10 kg per tilhandeling; vanaf week 20: gewichten van meer dan 5 kg niet meer dan 10 x per dag;
    • vanaf week 30: gewichten van meer dan 5 kg niet meer dan 5 x per dag.
    • hurken, knielen en bukken voorkomen; in de laatste drie maanden nooit meer dan 1x per uur;
  • voorkom tijdens gehele zwangerschap en periode van borstvoeding blootstelling aan gevaarlijke stoffen. Er geldt een verbod op blootstelling aan lood- en kwikverbindingen en stoffen of mengsels die vanwege hun gevaarlijke eigenschappen ingedeeld moeten worden in de veiligheidscategorie met de volgende H-zinnen: H340, H341, H350, H350i, H351, H(360, 360D, 360FD, 360Fd, 360 Df), H(361, 361d, 361fd), H362, H370 of H371 en alle schadelijke stoffen die door de huid kunnen worden opgenomen. Stel medewerkers ook niet bloot aan geneesmiddelen die nadelige invloed kunnen hebben op de zwangerschap of de zuigeling. Laat de medewerker niet werken met chemotherapie (antimitotische geneesmiddelen) of (materiaal van) patiënten die korter dan 1 week voorafgaand zijn behandeld met chemotherapie. 
  • voorkom tijdens de gehele zwangerschap blootstelling aan gevaarlijke biologische agentia of infectieziektes waarvan de besmetting of de behandeling negatieve consequenties heeft voor de zwangerschap of de zuigeling. Hanteer strikte hygiëne. Het is verboden zwangere medewerkers bloot te stellen aan Rubella en Toxoplasmose, tenzij is aangetoond dat medewerker hiervoor geïmmuniseerd is. Zorg voor vaccinatie tegen hepatitis B (vóór de zwangerschap afgerond: immunisatie voor hepatitis B moet een maand na de laatste injectie gecontroleerd worden), polio, rode hond en kinkhoest;
  • stel zwangere medewerkers vrij van werkzaamheden waarbij agressie & geweld frequent voorkomt; overleg met de zwangere welke maatregelen te nemen voor situaties waarbij agressie & geweld incidenteel voor kan komen;
  • bespreek periodiek de werkdruk van de zwangere of borstvoeding gevende medewerker; draag tijdig werk over bij het naderend verlof (voorkom ook een te hoge werkbelasting voor de collega's).

Zie ook de oplossing 'Zwangeren en werktijd' voor tips ten aanzien van werktijd en nachtdienst.


 
Oplossing voor arborisico: 

Basisafspraken over arbo.

Minimum eisen: 

De werkgever moet de risico’s voor de zwangere inventariseren en daarop maatregelen nemen. De werkgever moet het werk zodanig organiseren dat dit geen gevaren met zich meebrengt voor de zwangere medewerker, haar zwangerschap en het ongeboren kind. Ook in de periode van borstvoeding mag het werk geen extra gevaren met zich meebrengen.

Tips: 

De ruimte voor rust van de zwangere en voor het geven van borstvoeding of kolven hoeft geen permanente ruimte te zijn, maar mag een ruimte zijn die, buiten dit gebruik, ook voor andere doeleinden gebruikt wordt, bijv. een onderzoekskamer. De ruimte moet qua uitrusting wel aan de genoemde voorwaarden voldoen.

Relevante wet- en regelgeving: 
  • Arbobesluit artikel 1.41, 1.42 en 1.42a
  • Arbobesluit artikel 3.48
  • Arbobesluit artikel 4.108, 4.109, 5.13a, 6.29b en 6.29c.

Een korte omschrijving en een link naar de volledige teksten van de artikelen staan onder het wettelijk kader van de risicogroep. 

Succes- en faalfactoren: 
  • Beschikbaarheid van een rustruimte met voldoende faciliteiten (afsluitbaar, bed/brancard, stopcontact, koelkast in de directe nabijheid).
  • Goede afspraken over de rust- en kolftijd.
  • Inzicht in de stoffen of werkprocessen die verboden zijn of verhoogd risico kunnen opleveren voor de zwangere of borstvoeding gevende medewerker.
Randvoorwaarden: 
  • De maatregelen kunnen pas getroffen worden wanneer de medewerker kenbaar heeft gemaakt dat zij zwanger is. Zorg er dus voor dat medewerkers regelmatig worden geïnformeerd over de risico’s en maatregelen bij zwangerschap (voorlichting en instructie).
  • De medewerker is verplicht zich te houden aan de beschermende maatregelen.