Arborisico’s van biologische agentia (infectierisico’s)

Beschermingsmiddelen in de huisartsenzorg

Oplossing status: Goedgekeurd door NLA - 01-10-2022

Vereist gebruik van werkkleding, medische hulpmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen in reguliere situaties.

Deze voorschriften gelden ter bescherming tegen infectierisico’s. Ze gelden voor situaties waarin er geen bijzondere besmetting bekend is van de patiënt. Dit zijn dus de basisvoorschriften waar u in alle situaties aan moet voldoen. Wanneer er een specifieke infectie bekend is, dan zijn daarvoor aanvullende instructies van toepassing. Zie daarvoor het specifieke protocol.

De beschermende middelen en werkwijze zijn er op gericht verspreiding van besmettingen te voorkomen. De gebruikte beschermende middelen moeten van voldoende kwaliteit zijn (daadwerkelijke bescherming bieden), een goed gebruikscomfort bieden (afgestemd op en met de medewerker) en voldoende beschikbaar zijn en waar van toepassing onderhouden worden. Ter waarborging van de kwaliteit worden middelen verstrekt die voldoen aan de daartoe strekkende normen:

  • Normen met betrekking tot bescherming van overdracht naar de patiënt: Wet op de medische hulpmiddelen.
  • Normen met betrekking tot bescherming van de medewerker: Warenwetbesluit Persoonlijke Beschermingsmiddelen 2018.

NB. Een middel dat goedkeuring heeft voor het één beschermt niet automatisch ook voor het andere doel! Zorg dus dat ingezette beschermingsmiddelen voor beide normstelsels een CE-markering hebben.

Handschoenen
De indicaties voor het dragen van niet-steriele handschoenen zijn beperkt tot specifieke zorghandelingen, zoals het verzorgen van wonden, stomaverzorging en contact met vervuilde materialen van een patiënt (kleding/wasgoed).

Het dragen van niet-steriele handschoenen:

  • Voorkomt contact van de handen met bloed, lichaamsvochten, secreta, excreta, slijmvliezen of niet-intacte huid. Dat is van belang in verband met het risico op verspreiding van besmettelijk materiaal en besmetting van de medewerker.
  • Verkleint de kans dat micro-organismen via de handen van personeel worden overgedragen naar patiënten, tijdens handelingen die direct contact met slijmvlies of niet-intacte huid met zich mee brengen, maar ook verspreiding in de omgeving.
  • Handschoenen worden altijd gedragen wanneer de handen in contact komen of kunnen komen met bloed, lichaamsvochten, secreta, excreta, slijmvliezen, niet-intacte huid, of verpleeg- en behandelmaterialen en materialen van de patiënt die hiermee in aanraking zijn geweest.
  • Handschoenen worden steeds eenmalig gebruikt. Wanneer de handelingen in volgorde van 'schoon' naar 'vuil' plaatsvinden, is het niet noodzakelijk om de handschoenen tussen de handelingen te vervangen door nieuwe.
  • Handschoenen worden alleen tijdens patiëntgebonden handelingen gedragen en worden direct na deze handelingen uitgetrokken. Ze mogen tijdens het dragen niet in contact komen met omgevingsmaterialen zoals telefoons, deurknoppen, apparatuur, toetsenborden etc.
  • De handschoenen worden binnenstebuiten uitgetrokken. Vóór het aantrekken en direct na het uittrekken van de handschoenen wordt handhygiëne toegepast.  NB. Het dragen van handschoenen is geen alternatief voor handreiniging of - desinfectie.
  • Handschoenen moeten voldoen aan de kwaliteitscriteria (CE-markering voor inzet als Persoonlijk Beschermingsmiddel, goedkeuring bij inzet als medisch hulpmiddel). Gebruik hypoallergene handschoenen zoals nitrilhandschoenen. (voorkom gebruik van Latex handschoenen die een allergische reactie kunnen veroorzaken). 
  • Gebruikte disposable beschermingsmiddelen worden in speciale afvalzakken gedeponeerd die goed worden gesloten en afgevoerd als huishoudelijk afval.
  • Handschoenen worden aangeschaft en verstrekt door de werkgever. Aan medewerkers wordt aangegeven waar ze de handschoenen kunnen krijgen.

Beschermende kleding
Beschermende kleding wordt gedragen bij iedere handeling waarbij kans bestaat op spatten en spuiten van bloed, andere lichaamsvochten, secreta of excreta. Dit geldt in ieder geval bij het doorbreken van de huid of slijmvliezen.

  • Beschermende kleding kan over de eigen kleding of over de dienstkleding heen worden gedragen.
  • Er kan van een disposable vochtondoorlaatbaar schort gebruik worden gemaakt. Dit schort wordt weggegooid wanneer het zichtbaar vervuild is.
  • Disposable beschermende kleding wordt na gebruik in een plastic zak, die goed wordt gesloten, afgevoerd als huishoudelijk afval. Beschermende kleding voor meermalig gebruik wordt in een goed afgesloten waszak afgevoerd naar de wasserij.
  • Beschermende kleding wordt direct na verontreiniging vervangen. (NB. In geval vervuilde kleding niet direct vervangen kan worden (bijvoorbeeld bij huisbezoeken) dan wordt een vochtondoorlaatbaar schort ook gebruikt over de werkkleding die onmiddellijk provisorisch is gereinigd toen die werd vervuild met patiëntenmateriaal en niet direct vervangen kon worden).

Beschermende bril of gelaatscherm (faceshield) en mondneusmasker
Een beschermende bril of gelaatscherm en een chirurgisch mondneusmasker worden alleen in specifieke situaties gebruikt, namelijk als bij een patiënt handelingen worden verricht, waarbij kans bestaat op spatten en spuiten van bloed of andere lichaamsvochten, secreta en excreta. In ieder geval als de huid of slijmvliezen worden doorbroken worden deze beschermende middelen toegepast.

  • Het dragen van een beschermende bril of gelaatscherm gebeurt bij alle handelingen waarbij kans bestaat op spatten en spuiten van bloed of andere lichaamsvochten, secreta en excreta. De beschermende bril moet ook bescherming bieden aan de zijkant, een normale bril voldoet in de regel niet aan deze eis en kan dan niet als beschermende bril fungeren. Er wordt dan een beschermbril over de eigen bril gedragen. Ook gelaatschermen, face shields, zijn geschikt om de ogen te beschermen mits zij de CE-markering dragen.
  • Een (beschermende) bril of gelaatscherm wordt na iedere verontreiniging gereinigd en vervolgens gedesinfecteerd met desinfectiemiddel.
  • Een chirurgisch mondneusmasker wordt gedragen bij alle handelingen waarbij kans bestaat op spatten en spuiten van bloed of andere lichaamsvochten, secreta en excreta. Voor normale situaties is de beschermende functie van een normaal chirurgisch mondneusmasker toereikend (bij bijzondere infecties zie desbetreffend protocol). Het masker wordt direct na gebruik weggegooid.
  • Daar waar een medewerker beschermd moet worden tegen inademing van een risicovol agens, moet een adembeschermingsmiddel gedragen worden dat is voorzien van een CE-markering en voldoende filterende werking heeft om het desbetreffende agens in voldoende mate te weren (FFP 1, FFP2 of FFP3 afhankelijk van het agens).
  • Alle beschermende middelen moeten worden toegepast volgens de bijbehorende gebruiksinstructies en alleen voor het doel dat daarin beschreven is. Daar is de goedkeuring/CE-markering op gebaseerd.

NB. De omstandigheden waar het gebruik van bril/gelaatscherm en mondneusmasker vereist is, zijn identiek; ze worden dus altijd tegelijk gedragen. Voor die situatie geldt tevens: er wordt ook altijd beschermende kleding gedragen.
 

Oplossing voor arborisico: Infectiepreventie

Minimum eisen: 

Er moet een hygiënebeleid (en -protocol) zijn, waarin specifiek is aangegeven in welke situaties verplicht gebruik gemaakt wordt van de persoonlijke beschermingsmiddelen en beschermende kleding. 


De gebruikte medische hulpmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen voldoen aan de daartoe strekkende eisen zoals nader gedefinieerd in de Richtlijn infectiepreventie in de huisartsenzorg (NHG).

Iedere medewerker beschikt te allen tijde over voldoende beschermende kleding, medische hulpmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen om de vereisten die in de richtlijn worden genoemd op te kunnen volgen. Dat geldt ook voor werkzaamheden buiten de praktijk.
 

Andere voordelen bij toepassing oplossing:
Geen.

Tips:
Maak duidelijke afspraken over het naleven van het hygiënebeleid.

Relevante wet- en regelgeving:

  • Arbobesluit artikel 3.2.a en 4.89
  • Wet publieke gezondheid

Een korte omschrijving en een link naar de volledige teksten van de artikelen staan onder het wettelijk kader van de risicogroep.

Bronnen/achtergrondinformatie:
 
Richtlijn infectiepreventie in de huisartsenzorg (NHG)
persoonlijke beschermingsmiddelen (NHG)

Succes- en faalfactoren:
Iedereen moet zich bewustzijn van de risico's van het niet naleven van het hygiënebeleid en moet onderdeel zijn van de organisatiecultuur. Besteed periodiek aandacht aan het hygiënebeleid en scherp regels periodiek aan om het levend te houden met inbreng van een ieder.

Randvoorwaarden:
Er zijn altijd voldoende geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen en werkkleding ter beschikking van iedere medewerker.
Het beleid ten aanzien van het dragen van werkkleding en persoonlijke beschermingsmiddelen moet bij iedereen bekend zijn en onderdeel zijn van het inwerkprogramma voor nieuwe medewerkers.
Medewerkers hebben specifieke instructies gehad over de wijze waarop zij de persoonlijke beschermingsmiddelen moeten gebruiken