Arborisico’s van biologische agentia (infectierisico’s)

Hygiënebeleid

Oplossing status: Goedgekeurd door NLA - 01-10-2022

Beschrijving oplossing: 
Het voorkomen van blootstelling aan besmettelijke agentia vraagt om werkdiscipline, waarvan het naleven van de algemene hygiëne richtlijnen en het gebruik van beschermende kleding en beschermingsmiddelen deel uitmaken. In geval van behandeling van patiënten die drager zijn van een besmettelijke ziekte of contact met lichaamsmateriaal van patiënten die drager zijn van een besmettelijk agens kan overdracht plaatsvinden waardoor de medewerker besmet kan worden.

De biologische agentia die besmetting kunnen veroorzaken hebben allen hun eigen karakteristieken qua verspreiding en potentie tot besmetting. Sommige agentia kunnen via de lucht tot besmetting leiden (aerogene besmetting), sommige via direct contact met materiaal (opname via hand-mond-oog, op (beschadigde) huid of slijmvliezen) en andere geven alleen besmettingsrisico bij bloed-bloedcontact. De hoeveelheid blootstelling die nodig is om een besmetting te veroorzaken verschilt ook sterk per agens en of je ziek wordt is ook afhankelijk van de weerstand van de persoon die blootgesteld wordt.

Minimumvereisten (branche-afspraak):
Voor de huisartsenpraktijk is door NHG de Richtlijn Infectiepreventie in de huisartsenzorg opgesteld. Deze hanteert u als uitgangspunt binnen uw infectiepreventiebeleid. Daar waar de NHG-richtlijn geen toereikende aanwijzingen geeft om de medewerker te beschermen vult u deze aan met eigen maatregelen. In het infectiepreventiebeleid maakt u onderscheid in algemene maatregelen en bijzondere maatregelen:

De algemene hygiëne maatregelen betreffen:

  1. De algemene hygiëne (schoonmaak) die gehanteerd wordt in de werkruimtes en bezoekersruimtes (hanteer een schoonmaakplan met per ruimte de wijze waarop schoongemaakt wordt en de frequentie van schoonmaak)
  2. Gerichte schoonmaak en desinfectie van oppervlakken en gebruiksvoorwerpen die vervuild (kunnen) zijn met besmettelijk materiaal (bloed, urine, braaksel en andere patiëntmateriaal)
  3. De algemene persoonlijke hygiëne bestaande uit handhygiëne, nieshygiëne en het gebruik van werkkleding en persoonlijke beschermingsmiddelen.

De specifieke maatregelen betreffen:

  1. Het voorkomen van prik-, snij-, bijt- of spat/spuugincident.
  2. Noodprotocol bij prik-, snij, bijt- of spat/spuug incident: wat te doen bij deze bijzondere incidenten.
  3. Aangescherpt regime: bij contact met bijzondere doelgroepen of uitbraak van bijzondere besmettelijke ziektes 

In het infectiepreventiebeleid beschrijft u welke maatregelen getroffen worden voor bovengenoemde aspecten/situaties die waarborgen dat de risico’s op gezondheidsschade voor de medewerkers (en derden) worden voorkomen of beperkt.

Bronnen/achtergrondinformatie:
- Handhygiëne NHG
- persoonlijke hygiëne (NHG)